zondag 27 maart 2011

Koning Konijn

Op het Spaanse eiland Minorca zijn de fossiele restanten van een heel bijzondere Haasachtige gevonden: de Koning onder de Konijnen – Nuralagus rex. De naam Nuralagus rex betekent koning (rex) konijn / haas (lagus) van Minorca (Nura). Het beest hoort bij de familie Haasachtigen. Het bijzondere aan Koning Konijn is zijn maat:



Voorplaat door Meike Köhler van het Journal of Vertebrate Paleontology maart 2011; via National Geographic, http://news.nationalgeographic.com/news/2011/03/110323-giant-rabbit-minorca-biggest-bunny-science-nuralagus-rex-largest/ Twee Nuralagus exemplaren, en ter vergelijking een wild konijn (dat niet voorkwam op Minorca in de tijd van Nuralagus).

Nuralagus rex leefde tussen 3 miljoen en vijf miljoen jaar geleden, in het Plioceen. Nuralagus was toen een van de drie zoogdieren op het eiland: dit reuzekonijn, een reuzehazelmuis en een vleermuis. De derde grote vegetarier naast het reuzekonijn en de reuzehazelmuis was een reuzeschildpad. Bij gebrek aan concurrentie kon Nuralagus rex de niche van een vrij grote grazer innnemen.

Aan roofdieren waren er alleen een kerkuil en een steenuil op het eiland – een, want niet dezelfde soort die bij ons nu voorkomt, maar beesten van hetzelfde geslacht. Zulke vogels zullen misschien pasgeboren haasjes van gewone haasjesmaat eten, maar nauwelijks volwassen hazen of konijnen. Nuralagus had daarom geen roofdier te vrezen, ook nauwelijks als jonkie.

Dat alles samen – geen concurrentie, geen roofdieren – maakt dat een heel ander konijn (nou ja, haas) mogelijk is. Een groot beest dat meer loopt dan springt, met relatief korte stijve rug en relatief korte achterpoten. Het polsgewricht laat zien dat Nuralagus op de volle hand liep, en niet op de voortenen, zoals het konijn.

Hoe je dat zien kunt? Zet je hand vlak op een tafel met je onderarm recht naar boven: er zit dan een rechte hoek tussen hand en onderarm. Zet je vingers vlak op tafel, met je hand en onderarm zoveel mogelijk recht naar boven: dan zijn hand en onderarm vrijwel in elkaars verlengde. Bij beesten die altijd op hun volle voorvoet lopen, en de hoek met de onderarm altijd recht is, zullen de botjes die in de pols een hoek laten zijn voor het eigenlijke gewricht. Bij een beest dat meer op zijn voortenen loopt, zit het eigenlijke polsgewricht in het verlengde van de middenhandsbeenderen.


A Nuralagus rex B Konijn, Oryctolagus cuniculus C Amani konijn, Pentalagus furnessi

Zo ziet het middendeel van de voorvoeten eruit. Het eigenlijke polsgewricht, de plaats waar de ellepijp scharniert, is met zwart en de zwarte pijl aangegeven. Bij Nuralagus is dat bovenop, bij het konijn in het verlengde.
Een ander verschil is dat te zien is is dat de voorpoot van het konijn veel slanker is, met de middenhandsbeentjes relatief langer en dicht op elkaar. Dat helpt bij springen, landen en rennen. Bij het derde aangegeven beest, het Amani konijn, ook een eiland beest, is de voet ook breder. Zo’n brede voet werkt beter als je niet hard hoeft te hollen maar wel knollen en wortels om te eten uitgraaft.

De voor- en achterpoot van Nuralagus rex waren heel goed om te graven, met brede voeten en grote klauwen. Rennen hoefde niet: er waren toch geen roofdieren.


voor- en achterpoot van Nuralagus http://www.physorg.com/news/2011-03-nuralagus-rex-giant-extinct-rabbit.html

Nuralagus had relatief kleine ogen – niet groter dan die van een gewoon konijn. De kas van het interne oor is relatief klein: dat betekent minder op geluid gespitst en daarom zijn de oren ook relatief klein getekend. De eigenlijke snuit van Nuralagus is relatief korten dan die van het konijn; dat geeft een meer ronde en minder ovale kop.


Boven (A, B) Nuralagus, onder (C,D) het konijn. Bij het konijn is de afstand tussen de kiezen en de knaagtanden relatief groter.


Reconstructie


Er wordt aangegeven dat Nuralagus rex omstreeks 12 kilo zou wegen, dat is ongeveer zes keer zo zwaar als een gewoon wild konijn. Voor vergelijking: 12 kilo zo’n beetje de maat van een das. Het lijkt me weinig, gezien de figuur: de figuur doet aan een zwaarder beest denken.

Nuralagus rex lijkt in zijn tanden op het uitgestorven maar in het Plioceen wijdverbreide genus Alilepus. Er zijn een aantal Alilepus soorten uit Europa bekend. Een of andere Alilepus soort zal de voorouder van Nuralagus zijn.

*******************

J. Quintanaa, M. Köhler, S. Moyà-Solà, 2011. Nuralagus rex, gen. et sp. nov., an endemic insular giant rabbit from the Neogene of Minorca (Balearic Islands, Spain). Journal of Vertebrate Paleontology 31: 231 – 240.


http://www.informaworld.com/smpp/section?content=a935221679&fulltext=713240928

http://news.nationalgeographic.com/news/2011/03/110323-giant-rabbit-minorca-biggest-bunny-science-nuralagus-rex-largest/

http://www.physorg.com/news/2011-03-nuralagus-rex-giant-extinct-rabbit.html

http://www.vertpaleo.org/source/blog/post.cfm/press-release-giant-extinct-rabbit-was-the-king-of-minorca

2 opmerkingen:

  1. Dag Gerdien,

    "Nuralagus was toen een van de drie zoogdieren op het eiland: dit reuzekonijn, een reuzehazelmuis en een vleermuis. De derde grote vegetarier naast het reuzekonijn en de reuzehazelmuis was een reuzeschildpad."

    Ik heb ooit eens in het tijdschrift Quest gelezen dat op een eiland de normaal gesproken grote soorten klein worden (dwergolifantje en Homo floresiensis bijvoorbeeld) en dat normaal gesproken kleine soorten (zoals dit 'konijn') reuzengroei kennen. In hoeverre klopt dit en is er literatuur over te vinden?

    Andere vraag: Tot hoever in het fossiele archief gaan de 'konijnachtigen' terug? Is daar ook literatuur over bekend?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De tweede vraag is het gemakkelijkst, omdat ik er al iets over geschreven heb: zie http://evolutiebiologie.blogspot.com/2011/02/glires.html
    Genus Oryctolagus 3.5 miljoen jaar.
    Familie Leporidae 35 miljoen jaar
    Orde Lagomorpha 53 miljoen jaar
    Duplicidentata (Mimotona etc) in Paleoceen, tussen 60-65 miljoen jaar

    Wat Quest zegt klopt, althans voor fossiele zoogdieren in de Middellandse Zee: een vrij klein eiland laat bestaan van een klein aantal soorten toe. Een grote planteneter heeft niet genoeg voer om groot te blijven, een kleine planteneter kan groter worden omdat er geen concurrentie is. Ik zal thuis in een boek over Island Biology kijken, of het met zoveel woorden daarin staat. Hier vind ik een bespreking of het een algemeen patroon in het Journal of Biogeography van afgelopen januari.

    BeantwoordenVerwijderen